Kindcentrum Beers Vianen
Op deze pagina vind je alle vragen en opmerkingen die aan bod kwamen tijdens de informatieavond op 18 april over kindcentrum Beers/Vianen. En de antwoorden daarop.
Locatiekeuze
-
Wat is de reden dat de school in Beers komt en niet in Vianen?
Er is breed onderzocht welke locaties in aanmerking konden komen. Deze locaties zijn beoordeeld aan de hand van de verschillende criteria:
- In, aangrenzend aan, of tussen beide bebouwde kommen, waarbij het westen van Beers en het oosten van Vianen worden uitgesloten
- Veilige route(s) voor langzaam verkeer naar de locatie
- Combinatie met of gymzaal op loopafstand (maximaal 750 m)
- Mogelijkheid voor andere maatschappelijke en/of sportvoorzieningen
- Bij voorkeur een groot perceel, of beweeg-, speelruimte of groen in de buurt
- Goede ontsluiting en voldoende (fiets en auto)parkeergelegenheid in de buurt
- Binnen 2-4 jaar na locatiekeuze te realiseren
De door de werkgroep aangedragen voorkeurslocaties kwamen, na uitgebreid onderzoek, helaas niet in aanmerking voor het nieuwe kindcentrum. Er zijn locaties onderzocht in het buitengebied tussen Beers en Vianen. De provincie en het gemeentelijk ruimtelijk beleid hebben de richtlijn dat het bouwen van een school in het buitengebied alleen mogelijk is als er binnen de bebouwde kom (binnen het stedelijk gebied), géén bouwlocatie beschikbaar is. Omdat er binnen de bebouwde kom wel locaties zijn, is deze eerste voorkeurslocatie daarom afgevallen. Ook een tweede voorkeurslocatie, aan de Molenstraat in Beers, is voorgelegd aan de stuurgroep. De stuurgroep heeft geoordeeld dat deze locatie aan de Molenstraat afvalt, vanwege de te verwachten hoge kosten en bijkomende onzekerheden en risico’s.
De huidige locaties van de beide basisscholen bleven na het afvallen van de voorkeurslocaties over. De stuurgroep vond het niet fair om aan de werkgroep te vragen een keuze te maken tussen deze locaties. De stuurgroep heeft uiteindelijk gekozen voor de locatie van basisschool Dr. Jan de Quay in Beers, aangevuld met het gebied van de naastgelegen sporthal en het Burgemeester van de Braakplein. Hier is kwalitatief onderwijs voor de grootste groep leerlingen thuisnabij het beste te realiseren.
-
Kunnen er niet twee scholen blijven? Dus de situatie laten zoals het nu is?
In 2014 zijn gesprekken gestart over de toekomst van de scholen, vanwege de krimp in leerlingenaantallen en daarbij de zorg om het behouden van de kwaliteit van het onderwijs. Er is een enorme kwetsbaarheid van die kwaliteit wanneer een school moet krimpen naar 3 groepen. Er komen dan 3 leerjaren in 1 groep bij elkaar.
Tegelijkertijd speelt dat beide schoolgebouwen sterk verouderd zijn. Jaarlijks moet er een groot bedrag bij dat daardoor niet besteed kan worden aan onderwijs. Voor het toekomstbestendig maken van de gebouwen zijn enorme investeringen nodig. Het is niet haalbaar dat voor twee scholen te doen.
Met twee kleine scholen zo dicht bij elkaar en twee dorpen die naar elkaar toe aan het groeien zijn, is één nieuwe school, in de vorm van een kindcentrum, voor beide dorpen een mooie oplossing om de kwaliteit van onderwijs te waarborgen.
-
Bezoekers aan de informatiebijeenkomst vrezen dat de kinderen uit Vianen dan in Cuijk naar school gaan. Wat is dan nog het bestaansrecht van een school in Beers?
De scholen en het bestuur doen hun uiterste best doen om zoveel mogelijk de kinderen van Beers en Vianen bij elkaar te houden richting de nieuwe school. Uiteindelijk hebben ouders een vrije schoolkeuze.
-
De vrees van bezoekers aan de informatiebijeenkomst is dat ouders uit Vianen gaan kiezen voor een niet-Optimusschool. Dat kost toch ook geld?
Dat klopt. Maar uiteindelijk hebben ouders een vrije schoolkeuze.
-
Uit de presentatie blijkt dat de provincie niet toestaat dat er in het buitengebied wordt gebouwd. Waarom mag dit niet?
Voor een goede ruimtelijke ordening/inrichting van dorpen en gebieden is het volgens de provincie (en de gemeente) noodzakelijk dat ‘stedelijke ontwikkelingen’ in het ‘stedelijk gebied’ worden gerealiseerd. Het buitengebied moet zoveel mogelijk behouden blijven, vanwege de waarde van natuur en landschap. Het bouwen van een school is een stedelijke ontwikkeling en dat wil de provincie liever binnen de bebouwde kom (stedelijk gebied). Als er helemaal geen geschikte plek is voor die school binnen de bebouwde kom, dan is er eventueel wel toestemming van de provincie.
-
Geeft de reactie van de provincie geen enkel aanknopingspunt voor realisatie onder voorwaarden?
De mogelijkheid van een locatie in het landelijk gebied bij Beers en Vianen is meerdere keren besproken met de provincie. Dit was voor het eerst op 12 april 2022. De reactie van de provincie was dat verschillende locaties in het landelijk gebied niet wenselijk zijn. Het college van de gemeente Land van Cuijk ondersteunt dit beleid voor ruimtelijke inrichting en landschap.
De afgevallen locaties zijn op 22 juni 2022 opnieuw besproken met de provincie. Dit keer met meer aandacht voor de landschappelijke-, cultuurhistorische- en vooral aardkundige waarden die tussen Beers en Vianen liggen. Aardkundige waarden zijn onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van een gebied. Naar aanleiding van dat overleg heeft de gemeente een memo gemaakt met een aantal voorwaarden hoe om te gaan met die waarden en die aan de provincie gestuurd.
In het overleg op 13 september 2022 is aan de provincie gevraagd om nog een keer naar het gebied te kijken of er écht geen mogelijkheden zijn, rekening houdend met de aardkundige waarden. De reactie van de provincie was dat “een stedelijke voorziening eigenlijk in het stedelijk gebied hoort. Wil je daarbuiten gaan, dan moet er aardkundig goed gekeken worden”. Deze reactie sluit aan op al lang bestaand beleid van de provincie (en de gemeente) dat stedelijke ontwikkelingen in stedelijk gebied horen en niet in het landelijk gebied. Na het overleg met de provincie is op 20 oktober 2022 aan de werkgroep gemeld, dat het landelijk gebied geen realistische locaties biedt als er in het stedelijk gebied geschikte locaties zijn.
Tenslotte is op 9 februari 2023 een laatste overleg geweest met de provincie. Daarin zijn twee, door de werkgroep ingebrachte, niet eerder besproken locaties in het landelijk gebied voorgelegd. Beide locaties werden als onwenselijk gezien door de ligging in het landelijk gebied. Uitgangspunt blijft dat een stedelijke ontwikkeling in stedelijk gebied thuishoort en er niet is aangetoond dat er geen geschikte locaties in Beers of Vianen beschikbaar zijn. Op de vraag “Stel dat als in het stedelijk gebied geen geschikte locatie te vinden was, hoe zouden beide locaties dan beoordeeld worden?” was het antwoord dat de eerste locatie aan de Leuvert nog steeds onwenselijk was. De tweede locatie aan de Heuf zou door de (semi-)stedelijke functies te overwegen kunnen zijn. Maar daarbij zijn wel verschillende voorwaarden/beperkingen:
- De locatie ligt volledig in cultuurhistorisch waardevol gebied
- De locatie ligt volledig in aardkundig waardevol gebied
- De locatie gaat ten koste van (een deel van) een sportveld. Agrarische gronden komen niet in aanmerking, alleen gronden die al een min of meer stedelijke functie hebben
- De locatie ligt voor de helft in de ‘attentiezone stiltegebied’, waar alleen gebiedseigen geluid is toegestaan
- De locatie ligt deels in en nabij het Natuurnetwerk Brabant
- De locatie ligt deels in attentiezone waterhuishouding
- De locatie ligt naast een voormalige stortplaats: daar mag geen conflict mee ontstaan
- De locatie ligt op/bij verlichte sportvelden en een schietterrein met mogelijke richtafstanden (een school is geluidgevoelig, net als een woning)
-
Ziet de gemeente mogelijkheden om het gesprek met de provincie te heropenen, samen met leden van de werkgroep, om het belang van deze locaties te onderstrepen?
Er is zoals gemeld meerdere keren overlegd met de provincie. En elke keer met dezelfde reactie: zoek een locatie in het stedelijk gebied. Gezien de eerdere pogingen verwachten wij niet, dat de provincie nu een andere houding zal aannemen. Als er echter een verzoek komt vanuit de gemeenteraad of de werkgroep om een nieuw gesprek met de provincie te regelen, gaan we ons best doen om dat gesprek te regelen.
-
Kunnen we de onderzoeksgegevens van het locatieonderzoek inzien?
Het rapport bevat een kaartoverzicht van de vele locaties die bekeken zijn. Vanwege privacy mogen deze locaties helaas niet openbaar worden gemaakt.
-
Tijdens de informatiebijeenkomst werd gesproken over hoge kosten voor de locatie aan de Molenstraat. Wat zijn deze extra hoge kosten?
Een locatie moet niet alleen ruimtelijk maar ook financieel haalbaar zijn. Om inzicht te krijgen is van de vier genoemde locaties een globale berekening gemaakt: de twee huidige schoollocaties, locatie Molenstraat Beers en locatie Koebaksestraat. De uitgebreide toelichting hierop is vertrouwelijk.
In de berekening zijn de kosten van aanschaf en herontwikkeling van locaties (grondexploitatie) meegenomen, net als de kosten van sloop en tijdelijke huisvesting.
De financiële verhouding tussen de vier locaties is - uitgaande van een cijfer 1 voor de locatie Jan de Quay - als volgt:
Locatie | Dr. Jan de Quay Beers | Akkerwinde Vianen | Koebaksestraat Vianen | Molenstraat Beers |
---|---|---|---|---|
Verhouding | 1 | 1,1 | 1,4 | 5,1 |
Criteria locatie
-
Is de verkeersveiligheid rondom de nieuwe school voldoende?
Bij alle locaties is ook naar de verkeersveiligheid gekeken. Ook bij de uiteindelijk gekozen schoollocatie in Beers komen de benodigde maatregelen aan de orde.
-
De verkeersveiligheid in Vianen is volgens bezoekers beter dan in Beers. Waarom wordt toch gekozen voor een school in Beers?
De keuze is gebaseerd op een aantal criteria, waaronder verkeersveiligheid. Voor alle onderzochte locaties zijn aanvullende verkeersmaatregelen nodig.
-
Zijn de kosten voor een veilige (fiets)verbinding tussen de dorpen meegenomen in de locatiekeuze? Zo nee, verwacht je grote verschillen in deze kosten tussen de onderzochte locaties?
Voor alle locaties moeten we kosten maken voor maatregelen om de bestaande routes verkeersveiliger te maken. Deze verschillen per locatie en zijn nog niet in detail berekend. Bij het haalbaarheidsonderzoek worden alle verkeersmaatregelen die nodig zijn in beeld gebracht, met de bijbehorende kosten. Samen met andere bijkomende kosten, zoals flora- en fauna-onderzoek, kosten voor tijdelijke huisvesting en sloopkosten, komen deze in het uitvoeringskrediet (aanvullend aan het normbedrag dat in het IHP staat voor de gezamenlijke basisschool Beers-Vianen). De gemeenteraad moet dit krediet vaststellen.
-
Uit de presentatie blijkt dat de criteria voor het onderzoek niet zijn gehaald. Is het dan niet beter om het proces stop te zetten?
De criteria zijn gebruikt om een locatie te kiezen voor het nieuwe kindcentrum. Het was daarbij de opzet om een locatie te kiezen die door de werkgroep zou zijn voorgedragen. De stuurgroep en het college zien echter in de door de werkgroep voorgedragen locatie teveel bezwaren en zien de onderzochte locatie van de huidige school in Beers als een meer geschikte locatie.
Fusie scholen
-
Hoe krijgt de fusie tussen de twee scholen vorm?
De komende periode worden alle stappen van het fusieproces zorgvuldig doorlopen. De Medezeggenschapsraad (MR) wordt daarbij betrokken. In eerste instantie betekent dit een administratieve fusie.
-
Hoe gaat het bestuur de groep kinderen van Vianen bij elkaar houden? Het is belangrijk dat hiervoor een goed plan komt.
Daar gaat het bestuur goed over nadenken en samen met de scholen zorgvuldig actie op zetten. Optimus kan dit niet alleen, maar heeft de gemeenschap van Beers en Vianen daarbij nodig. Dit wordt dan ook samen met ouders en de dorpsraad opgepakt.
-
Wat is de ondergrens van het aantal leerlingen voor het bestaan van een school? Wat doe je als de prognoses niet worden gehaald? Hoe ga je dan bouwen?
In Nederland kennen we een gemeentelijke ondergrens en een landelijke opheffingsnorm. De opheffingsnormen voor het basisonderwijs zijn niet voor alle scholen hetzelfde. Dit is afhankelijk van de zogenaamde leerlingdichtheid in een gemeente. De normen worden 1 keer per 5 jaar vastgesteld. Voor de periode 1/8/2018-1/8/2023 was voor de gemeente Cuijk de norm bepaald van 94 leerlingen. Echter vanaf het nieuwe schooljaar gaat een nieuwe periode in: periode 1/8/2023-1/8/2028. Vanaf dan is sprake van één norm voor de gemeente Land van Cuijk. De gemeentelijke opheffingsnorm gaat dan naar 57 leerlingen.
Bij een nieuw schoolgebouw gaan we uit van de meest recente prognose opgesteld door een extern bureau. Bij de bouw houden we rekening houden met een flexibele invulling van het gebouw. Zo hebben we nog voldoende mogelijkheden als de leerlingenaantallen afwijken van de prognose.
-
Is in de leerlingprognoses rekening gehouden met een eventuele toeloop van bewoners uit de randstad?
Er is in 2022 voor alle scholen in de gemeente een officiële leerlingenprognose gemaakt. Die prognose houdt onder andere rekening met geplande woningbouw en verhuizingen (migratie).
-
Is Optimus niet te laat begonnen t.a.v. het leerlingenaantal?
Al in 2014 zijn de gesprekken gestart over samengaan van beide scholen. Sinds die tijd wordt er door de kinderen bijvoorbeeld ook al op beide locaties gewerkt.
-
Is het de bedoeling dat er een kindcentrum komt op de locatie Beers?
Ja, dat is het doel van de locatiekeuze.
-
Voor de nieuwbouw van de school in Beers moeten de leerlingen tijdelijk naar een noodlocatie. Wegen de kosten van deze noodlocatie op tegen de kosten van de uiteindelijke nieuwbouw?
We nemen dit mee in het haalbaarheidsonderzoek. De kosten voor de noodlocatie zijn beperkt.
-
Hoe ga je de ouders bereiken van kinderen die nog niet op school zitten?
Met een digitale nieuwsbrief brengen Optimus en de gemeente Land van Cuijk de aanwezigen op de hoogte van de vragen die tijdens de avond gesteld zijn, en de antwoorden daarop. Deze informatie delen we ook met de ouders van de kinderen op de beide scholen en via de website van gemeente Land van Cuijk. Wanneer er nieuwe informatie is, wordt deze op dezelfde manier aan de geïnteresseerden aangeboden. Was je niet aanwezig, maar wil je wel de nieuwsbrief ontvangen? Meld je dan aan via communicatie@landvancuijk.nl o.v.v. Nieuwsbrief kindcentrum Beers/Vianen.
Leefbaarheid
-
Bezoekers van de informatiebijeenkomst vrezen dat er kinderen uit Vianen straks in Cuijk naar school zullen gaan en hier ook heengaan om te sporten, of voor hun hobby. Dit is een klap voor de verenigingen in Vianen. Wat gaat de gemeente hieraan doen?
Het is nu moeilijk in te schatten of er kinderen van De Akkerwinde straks naar een school in Cuijk zullen gaan en hoeveel dat er zullen zijn. Uiteraard blijft de gemeente in contact met de verenigingen in Vianen. Bij verdere uitwerking blijft ook de bereikbaarheid en verbinding tussen Vianen en Beers onderwerp van gesprek.
-
Betekent de sluiting van de school in Vianen dat de fusie van de voetbalverenigingen onder druk komt te staan?
Daar kunnen we op dit moment nog niks over zeggen. We hebben kennis genomen van de bezorgdheid die leeft bij Voetbalvereniging Vianen Vooruit over de ledenaantallen en het voortbestaan van de voetbalclub.
Welke acties neemt de gemeente om de gevolgen voor de leefbaarheid van Vianen (én Beers) te verkleinen als de basisschool naar Beers verhuist?
De gemeente blijft in gesprek met de dorpsraden over de impact van de locatiekeuze en de zorgen die er zijn over mogelijke gevolgen voor de leefbaarheid. En of er acties hiervoor nodig en mogelijk zijn. Er zijn meerdere dorpen met vitale dorpsgemeenschappen in onze gemeente (Groeningen, Linden, Katwijk, Ledeacker) waar in de dorpskern geen basisschool (meer) aanwezig is.
-
Blijven de gemeenschapsaccommodatie ’t Akkertje (in het gebouw van de basisschool Vianen) en de gymzaal in Vianen (naast de basisschool) na het vertrek van de school bestaan?
Ja, die blijven bestaan.
-
Hoe worden de gevolgen voor de exploitatie van gemeenschapshuis ’t Akkertje en de gymzaal in Vianen opgevangen?
Er zijn geen rechtstreekse financiële gevolgen voor ’t Akkertje. De gymzaal is van de gemeente en het vrijkomende schooldeel gaat in eigendom over van het schoolbestuur naar de gemeente. Dit heeft als zodanig geen gevolgen voor de exploitatie van ’t Akkertje.
-
Bezoekers van de informatiebijeenkomst vrezen dat de gemeente onvoldoende luistert naar de inwoners van Vianen. Een terechte vrees?
Voor een beslissing als deze, is het belangrijk om uitgebreid onderzoek te doen naar de mogelijkheden. Er is veel contact geweest met de werkgroep. Juist door het instellen van een werkgroep en de rol binnen deze werkgroep van de dorpsraad, hebben we geprobeerd inwoners zoveel mogelijk te betrekken.
Scenario’s
-
Bezoekers aan de informatiebijeenkomst menen dat er volgens het masterplan Wonen wel gebouwd mag worden in het buitengebied. Klopt dat, en wat betekent dit voor deze situatie?
In het Masterplan wonen Vianen zijn langs de Koebaksestraat ‘potentiële locaties lange termijn’ opgenomen. De invulling van deze locaties is niet gericht op grootschalige stedelijke ontwikkeling, maar op kleinschalige, samenhangende ontwikkelingen. Daarbij heeft hergebruik van bestaande bebouwing de voorkeur. Ontwikkelingen moeten rekening houden met de structuur van het aanwezige landschap. De afgelopen jaren is hieraan tussen Beers en Vianen al beperkt invulling gegeven door Ruimte-voor-ruimte woningen toe te staan. De locatie Koebaksestraat-het Flieren is besproken in de werkgroep en de stuurgroep.
-
De nieuwe Omgevingswet treedt in 2024 in werking. Is het mogelijk om daarop te wachten?
De invoering van de Omgevingswet zal niet tot een andere uitkomst leiden voor de locatiekeuze van een kindcentrum.
-
In de toekomst moet er meer gebouwd worden; er zijn nu te weinig woningen. Is het dan niet realistisch te verwachten dat er ook meer kinderen komen?
Het aantal kinderen in de opgestelde leerlingenprognose houdt rekening met de geplande woningbouw.
-
Er zijn net provinciale verkiezingen geweest, waarvan de uitslag doet vermoeden dat er een verschuiving in de provinciale politiek gaat plaatsvinden. Is het dan niet mogelijk om opnieuw met de provincie in gesprek te gaan?
Het is niet alleen het beleid van de provincie, maar ook van de gemeente om bebouwing buiten het stedelijk gebied zoveel mogelijk te vermijden en de waarde van natuur en landschap in het buitengebied te behouden. We verwachten niet dat het provinciaal beleid op dit punt gaat veranderen.
-
Er moeten 60 woningen gebouwd worden in Vianen. Dan is er ruimte nodig buiten de bebouwde kom. Dan kan de school daar toch ook gebouwd worden? Dit graag voorleggen aan de provincie.
De locaties voor potentiële woningbouw in het Masterplan wonen Vianen liggen in het stedelijk gebied, of grenzen daar direct aan. De provincie wil zo’n uitbreidingen wel overwegen, maar losliggende stedelijke ontwikkelingen niet. Dat geldt niet alleen in dit geval, maar wordt overal in onze gemeente zo toegepast. Net als in de rest van de provincie. De locatie Koebaksestraat-het Flieren is besproken met de provincie. De provincie vindt dat uitbreiding van het stedelijk gebied niet aan de orde is, zolang er locaties beschikbaar zijn binnen het stedelijk gebied.
-
De school mag niet in het buitengebied gebouwd worden. Maar waarom was dit voor het Merlet college in Cuijk wel mogelijk? Hier waren ook twee oude locaties om een school te bouwen.
De locatie van het Merletcollege aan de Katwijkseweg lag (en ligt) in het stedelijk gebied, zoals de provincie en de gemeente dat hebben vastgelegd. Op de locatie lag de bestemming Sport en Groen (het dijktalud) dat gezien wordt als stedelijk gebruik. Er was dus sprake van een stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied, op een locatie die al voor stedelijk gebruik was bestemd. Deze situatie is niet vergelijkbaar met locaties in het buitengebied.
-
Is de Calbroek ook bekeken? Daar kan prima een school komen.
Er is onderzocht welke locaties in aanmerking konden komen. De locatie Calbroek is inderdaad ook onderzocht, maar voldeed niet aan een aantal van de gestelde voorwaarden.
-
Is het mogelijk om de grond van de huidige basisscholen te verkopen of uit te ruilen? De gronden van de scholen leveren geld op voor aankoop van het perceel aan de Molenstraat.
Er zijn nog geen plannen voor de voorgestelde locaties. Daarom zijn eventuele opbrengsten ook onzeker. De bouw van een nieuwe school mag in de ogen van de gemeente niet afhangen van eventuele opbrengsten, maar moet direct kunnen worden betaald uit beschikbare en daarvoor bestemde budgetten. Het totaalbedrag dat voor een school moet worden betaald moet passend en redelijk zijn.
-
Wat gaat de gemeente doen met de opbrengst van de verkoop van de grond van de school?
Die opbrengst kan nog voor allerlei doelen worden ingezet. Dat wordt bepaald als overname van die grond aan de orde komt.
Haalbaarheidsonderzoek
-
Is het denkbaar dat uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat het niet toch niet mogelijk is de geplande school in Beers te realiseren? Wat wordt er dan gedaan?
Het haalbaarheidsonderzoek is erop gericht alle aspecten te bekijken en ‘op te lossen’, om te komen tot een nieuw kindcentrum. In dit onderzoek wordt een aantal onderwerpen gedetailleerder uitgewerkt, zodat de gemeenteraad een besluit kan nemen over het benodigde krediet. Zoals de plaats waar het gebouw moet komen, het bestemmingsplan, de verkeerssituatie en het parkeren, de eisen voor het gebouw, de planning en de kosten. We verwachten daarbij dat de gewenste nieuwbouw daar op de voorgestelde locatie in Beers ook mogelijk is.
-
Kunnen er twee haalbaarheidsonderzoeken worden uitgevoerd, zowel voor de locatie Akkerwinde als de locatie Jan de Quay? Zodat op basis daarvan een keuze kan worden gemaakt?
In het locatieonderzoek is al op veel aspecten onderzoek gedaan om tot een goede locatiekeuze te komen. In principe is op beide locaties een kindcentrum mogelijk. Nu de keuze gemaakt is voor de locatie Jan de Quay, wordt het haalbaarheidsonderzoek ook op die locatie gericht.
-
Wanneer is zo’n haalbaarheidsonderzoek klaar? En wanneer kan de nieuwbouw dan starten?
De verwachting is dat door het schoolbestuur binnen 2 jaar een start kan worden gemaakt met de bouw. Die duurt dan nog ongeveer 9-12 maanden. Het schoolbestuur streeft ernaar om het kindcentrum over 2-3 jaar te openen.
Proces
-
Wat is het vervolg in het proces?
Het schoolbestuur van Optimus werkt toe naar de fusie tussen beide scholen. Samen met de gemeente starten zij met het haalbaarheidsonderzoek voor de bouw van het kindcentrum op de gekozen locatie in Beers. Ruimtelijk is dan een aanpassing van het bestemmingsplan nodig, met de bijbehorende inspraakprocedure voor omwonenden. Er wordt gekeken naar de inrichting van de locatie, de verkeerssituatie en parkeerbehoefte, een programma van eisen voor het gebouw, gewenste voorzieningen in het kindcentrum en omliggende voorzieningen. De samenwerking met een partner voor kinderopvang komt aan de orde en de investeringskosten, exploitatiekosten, aanbestedingsbeleid, planning en opleverdatum. Op basis van dit haalbaarheidsonderzoek leggen we een voorstel voor het uiteindelijke uitvoeringskrediet voor aan de gemeenteraad.
-
Wat is het vervolg op de informatiebijeenkomst van dinsdag 18 april?
Optimus en de gemeente brengen de aanwezigen met een nieuwsbrief op de hoogte van de vragen die tijdens de avond gesteld zijn, en de gegeven antwoorden. Deze informatie delen we ook met de ouders van de kinderen op de beide scholen, en via de website van de gemeente. Als er nieuwe informatie is, verspreiden we dit op dezelfde manier . Was je niet aanwezig, maar wil je wel de nieuwsbrief ontvangen? Meld je dan aan via communicatie@landvancuijk.nl o.v.v. Nieuwsbrief kindcentrum Beers/Vianen.
Petitie
-
Ouders en omwonenden hebben een petitie opgesteld, die 730 keer is ondertekend. Wat gaat de gemeente met deze petitie doen?
De gemeente zal deze in ontvangst nemen, met het besef dat vele ouders en inwoners van beide dorpen bezorgd zijn over de keuze die gemaakt moet worden.